Een lichtblauwe zonnejurk

1998: Zuid Spanje is nog steeds heet in september. Toch merk je dat de zomer over haar hoogtepunt heen is. Het is broeierig warm maar het kan ineens donker worden en voor je het weet loop je midden in een tropische regenbui. Nog geen tien minuten later staat de zon dan weer stralend aan de hemel. Dwalend door steden als Cordoba, Granada en Sevilla kies ik toch voor super zomerse outfits en laat me verrassen.

Elke stad die ik bezoek is anders. Granada is werelds, elegant en modern. Ruim opgezette avenida´s, grote warenhuizen, paleizen met gigantische tuincomplexen waar je eeuwen terug in de tijd waant. Cordoba wordt gedomineerd door een kerk die rond een moskee is gebouwd, een goed voorbeeld van hoe respectloos mensen al eeuwenlang met elkaar omgaan als het gaat om religie. Deze stad maakt me weemoedig. Als laatste reis ik door naar Sevilla. De stad van Carmen, de Joodse wijk, de wereldtentoonstelling, de kleine nauwe straatjes waar je kunt verdwalen en de sinaasappellikeur Pacharan die thuis nooit meer zo lekker was als daar.

Ik was daar niet alleen. Een culturele rondreis door Zuid Spanje had ik geboekt. De tweede keer dat ik alleen op reis ging. Deze keer met een groep. Het was eigenlijk geen leuke groep. Maar er waren gelukkig een aantal mensen waarmee ik het wel goed kon vinden. Elke avond zaten we tot laat op een terras. Tapas eten, wijn drinken en veel praten. Alles om maar zo weinig mogelijk op je hotelkamer te hoeven zijn. Want ik kan je verzekeren, de hotels en de gezamenlijke maaltijden leverden geen bijdrage aan de fantastische culturele ervaring die deze reis moest worden volgens de touroperator. Bovendien was het dé manier om in contact te komen met de inwoners van de plaatsen die we bezochten. Met Engels en een paar Spaans woorden probeerden we te achterhalen hoe het moest zijn om te wonen in een stad waar je acht maanden per jaar niet kunt ontkomen en aan de hitte maar ook tot diep in de nacht kunt genieten van het echte stadsleven.

Vaak bleven we met ons drieën over. Twee vrouwen en een man. Drie mensen met totaal verschillende carrières, achtergronden en visies op het leven. En toch voelde het goed. Met haar heb ik de hele week leuke maar oppervlakkige gesprekken gevoerd, zoals je dat doet met mensen die je net kent en waarvan je weet dat je ze na de vakantie niet weer zult zien. Met hem was het anders, we hadden de eerste dag al een lang gesprek gehad. En dat nadat hij mij had gered uit een voor mij niet erg prettige situatie. Zoals altijd was ik van menig dat ik alles moest kunnen, dus natuurlijk kon ik die wandeling door het rotsachtige natuurpark bij Malaga maken. En dat terwijl ik mijn hele leven al geen perspectief kan zien doordat één van mijn ogen heeft besloten dat kijken een overschatte bezigheid moet zijn. Voor mij waren alle rotsen dus even plat en lagen ze gelijkmatig naast elkaar net als een gewoon Nederlands trottoir. Dat was dus niet zo. Na een uur ploeteren was ik gaan zitten met in mijn hoofd maar één gedachte: als ik hier weg moet, komen ze me maar halen. En ik werd gehaald, door mijn nog onbekende reisgenoot. Samen met hem, met mijn hand in de zijne, heb ik de wandeling afgemaakt. Ik voelde me trots maar ook kwetsbaar. Ik gaf me niet zo makkelijk over maar nu had ik geen keus en het voelde goed. Hij maakte er geen misbruik van en ´s middags onder het genot van een goed glas wijn kon ik hem dan ook zonder gene vertellen dat alle mannen niet deugden. Hij probeerde die uitspraak te nuanceren maar ik geloof niet dat ik daar op dat moment voor open stond.

De rest van de week bleven we met zijn drieën optrekken. Hij wist veel over de bezienswaardigheden die we bezochten. En hij hield van winkelen. Hoeveel mannen kom je nu tegen die verstand hebben van mode en in elk geval de indruk wekken dat ze het niet erg vonden om winkel in, winkel uit te gaan. Op de een of andere manier vonden hij en ik elkaar steeds weer. Zij was er ook altijd bij maar ik keek er vooral naar uit om hem weer te zien.

De laatste dagen van onze reis waren we dus in Sevilla, een mooie oude stad met een lange geschiedenis. We liepen van wijk naar wijk, raakten ontroerd door de oude Joodse wijk en vroegen ons af wat er tijdens de middeleeuwen allemaal gebeurd moet zijn met mensen die een ander geloof aanhingen. Mensen die niet katholiek waren. En toch, als je wandelt door de kathedraal die op het centrale piazza nog steeds in volle glorie staat te pronken, dan kun je ook niet anders dan bewondering hebben voor de onverzettelijkheid die nodig moet zijn geweest om zulke bouwwerken neer te zetten.

Onze laatste avond brak aan. Ik kwam de trap af in ons hotel in een korte, zonnige, lichtblauwe zomerjurk met spaghettibandjes. Hij maakte me een compliment, hij vond dat ik er zo mooi uit zag. Ik lachte naar hem. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Ik voelde me ineens zoals die jurk. Licht, luchtig en mooi! We liepen de warme nazomeravond in. Het was broeierig warm, meer dan die jurk leek ik niet nodig te hebben. We dronken veel wijn. Na een tijdje waren we de rest van het gezelschap kwijt, ik weet niet meer hoe dat kwam. Ineens liepen we in de schaduwen van de kathedraal. De kathedraal werd hier en daar verlicht door oranje schijnwerpers. Het werd wat killer. Ik kreeg het koud in mijn blote jurk. Hij sloeg zijn arm om me heen en trok me tegen zich aan. Ik begon ineens te gloeien. Ik wilde meer, meer voelen. Nog dichter liepen we langs de muren van het eeuwenoude gebouw. Er waren nissen die zo donker waren dat niemand ons meer kon zien. We stonden stil in zo´n nis waar de schijnwerpers niet konden komen. Opeens nam hij mijn gezicht in zijn handen en kuste me. Onze eerste kus. Een lieve, lichte kus. Zacht en luchtig als mijn lichtblauwe zomerjurk.

Jellie

NB: wie heeft er geen favoriet kledingstuk waar een bijzonder verhaal aan vast zit. Laat het me weten! info@personal-too.com. Ik schrijf het voor je op als je dat wilt.

,

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *